Wetering werkt met klei. Het winnen, vermengen en gebruiken van klei is voor ons niets nieuws. In dag en dauw staan wij met onze laarzen in de klei en stappen we in onze machines om in de klei te graven. We zien dagelijks hoe de opkomende zon over het vervormde landschap strijkt en hoe er bergen werk worden verzet. Maar waar komt klei eigenlijk vandaan? Raakt het ooit op? Klei is de nummer één expertise van Wetering en inherent verbonden aan haar identiteit. Voor deze eerste blog van Wetering duiken we daarom in het ontstaan van klei.
Een hernieuwbare grondstof:
Nederland is een waterland. Laat water nou net een belangrijk onderdeel zijn van het ontstaan van klei. Waarom? Omdat water de kleideeltjes vervoert. Dit water, vol met kleideeltjes, stroomt langs het land af. Hierbij wordt niet al het water mee teruggenomen naar de rivier. Er blijven dus ook kleideeltjes op het landschap achter. Wanneer er veel deeltjes achtergelaten worden, ontstaat er klei.
Klei zien we daarom veel rondom riviergebieden. De soort klei die hier gevonden wordt? Jawel, dat is rivierklei. Deze klei wordt gevormd in de ‘uiterwaarden’ rondom de rivier. Dit is het gebied tussen de rivier en de dijk. Een uiterwaarde is enorm nuttig, want hij geeft ruimte aan de rivier, waardoor de overstromingskans verkleint. Bovendien wordt er dus nieuwe klei gevormd. Dit wordt ook wel sedimentatie genoemd. Deze kleivorming gaat met maar liefst een centimeter per jaar.
Dit is veel. Het zorgt er namelijk voor dat klei oneindig beschikbaar is. Of ja, wat is oneindig? Volgens een onderzoek van Deltares gaat deze sedimentatie sneller dan het winnen van klei. Dit betekent dat klei een duurzame, hernieuwbare grondstof is. Het winnen van klei leidt er niet toe dat het opraakt.
Is dit de enige manier waarop klei ontstaat?
Dit is zeker niet de enige manier waarop klei is ontstaan in ons kleine landje.
Door het smelten van ijs, na de ijstijd, is er veel klei onze kant op gekomen. Denk hierbij aan potklei, die is ontstaan doordat smeltwater in de grond terecht kwam. Zijn zwarte kleur dankt deze klei dan ook aan de bruinkool die in het ijs verscholen zat. Bovendien is deze klei, net als rivierklei, uitermate geschikt om stenen mee te bakken.
De ijstijd heeft onze riviergebieden ook niet overgeslagen. Smeltende landijs gletsjers stormden door onze woeste, verwilderde rivieren en lieten hier leemklei achter.
Na een poosje kwamen deze rivieren tot rust. Het landijs van smeltende bergtoppen stroomde er nu doorheen. Terwijl dit water verder sijpelde liet het zijn zwaarste klei achter. De lichtste kleideeltjes werden meegenomen tot het overstromingswater stil kwam te liggen. Hier ontstonden pakketten zware komklei.
Conclusie:
Al jaren maakt ons waterlandje de weg vrij voor klei. Hierdoor hoeven wij voorlopig nog niet op te houden met het winnen ervan. Maar waarom is kleiwinning belangrijk? Onder andere draagt kleiwinning bij aan de vorming van nieuwe natuur en aan de waterveiligheid in Nederland. Deze vraag zal uitgebreider aan het licht komen in een volgende Weteringblog.
- Anne Gerritsma